Archief 2010 (augustus)

Terug

Niue

Er staan nieuwe foto's online, het zijn er wat veel. Even een tip over het bekijken van foto's. Je kunt op het icoontje naast "fotoboeken", klikken voor volledig scherm en als je dat icoontje niet kunt vinden of niet hebt, dan kan je ook op "F11" drukken tijdens het kijken. Het was voor het eerst in weken dat we weer internet hadden, dus het album bestaat uit een klein stukje Bora Bora (de Jachtclub), Aitutaki (waar we een Lagoon tour deden), Palmerston (en de zand-bbq) en Niue (grotten).

Hier gaat alles goed. Niue is weer helemaal anders. Een van de kleinste autonome staatjes van de wereld. Er wonen in dit land maar 1200 mensen! Het eiland is erg groen en komt langzaam een beetje bij van de orkaan Heta, die hier in 2004 werkelijk alles vernietigde. Het is moeilijk voor te stellen, maar de golven kwamen hier tot 30 meter hoog. Niue wordt niet beschermd door een rif. Het is eigenlijk gewoon een rots midden in de Pacific. Heta was een van de zwaarste orkanen tot nu toe in de hele Pacific en kwam dus precies over dit piepkleine eiland heen. Mam, wees gerustgesteld, orkanen komen hier alleen voor tussen november en maart… Na de storm zijn veel bewoners naar Nieuw Zeeland en Australië getrokken. Van de oorspronkelijke 5000 zijn er nu dus nog maar zo'n 1200 over. De mensen zijn zonder uitzondering bijzonder aardig en behulpzaam. We kwamen uiteindelijk in het donker aan (05:00) en werden bij het binnen varen van de baai opgeroepen door de "Go Beyond", een Noorse boot die we nog kenden van de ARC. Hij bood aan om ons langszij te nemen, zodat we morgen verder konden kijken naar een mooring of geschikte ankerplek. Ongelooflijk vriendelijk.
 
Niue heeft een piepkleine jachtclub, die gerund wordt door Keith en zijn vrouw Sue. Keith begroet ons de volgende ochtend op de kade en legt uit hoe het hier werkt. Je komt met de dinghy aan bij de massieve betonnen pier, aan een van de betonnen trappen, dan snel kindjes, tassen en één van ons eruit, precies op het hoogste punt van een golf. Dan dinghy aan een haak, en snel op de knop drukken om de dinghy omhoog te hijsen. Je hijst de dingy vervolgens op de pier, op een karretje en parkeert hem aan het einde op de pier. Geniaal. Keith neemt ons mee in zijn auto naar douane, immigratie en dan naar de "jachtclub": een piepklein gebouwtje, waar alle zeilers samen komen. Er is internet, ijs, heerlijke koffie en een tuin waar de kindjes rond kunnen rennen. Iedereen verzamelt er aan het einde van de dag voor sundowners. Het is ook de bron voor nieuws. Over het weer. En over bootjes die vermist worden. Het is namelijk raar weer. Volgens de Amerikanen komt er storm. Volgens de rest valt het wel mee. Uiteindelijk krijgen we zaterdagnacht wel veel wind en onweer, maar het duurt niet lang en iedereen ligt aan stevige moorings. Het rolt wel enorm en we slapen dus slecht. Eén geankerd bootje scheurt zijn genua omdat die per ongeluk losschiet en afrolt, maar verder geen schades. De echt harde wind waait gelukkig west van ons, meer in de buurt van Tonga en levert helaas wel schade op. Een 17 meter grote catamaran slaat om, maar de twee opvarenden worden gelukkig door een vrachtschip gered. Er is nog een mayday, maar die blijkt vals alarm. De cat is helaas al de tweede boot die in korte tijd verlaten wordt en niet afgezonken wordt. Dat vinden wij onbegrijpelijk. De ongeschreven regel is, dat als je je schip moet verlaten, je ook zorgt dat hij zinkt. Nu drijven er dus twee onverlichte, half gezonken obstakels rond, zonder dat iemand weet waar precies. Dat maakt een nachtwacht onprettig.
 
Sue neemt ons en de "Tangaroa" een ochtend mee rond het eiland. We rijden steeds een stukje en lopen dan over een klein paadje naar zee waar weer een mooie grot, een zwempoel of een mooi uitzichtpunt is. Veel huizen zijn verlaten en langzaam neemt de vegetatie weer bezit van die eens bewoonde plekjes. Het regent hier veel en het eiland is enorm groen. De kids vinden het geweldig. Ze klauteren door grotten en rennen over kleine paadjes. 's Avonds kijken we met 8 man de rugby wedstrijd tussen Australië en de Nieuw Zeelandse All Blacks en tot groot verdriet van de aanwezige Aussies wint NZ met dubbele cijfers. Dat schijnt overigens altijd zo te zijn, dus we kunnen ons het verdriet niet helemaal voorstellen.
 
De volgende dag gaan we duiken. Sepke past op de mannetjes en met 7 yachties duiken we in Snake Gulley. Het miechelt er van de zeeslangen. Deze zeeslang is enorm giftig, maar bijt schijnbaar nooit. Daarnast is hun bek maar klein en zit de giftand helemaal achterin. Je moet dus je pink zo ongeveer achter in zijn bek steken om een gevaarlijke beet op te lopen. Ongevaarlijk volgens onze gids. Ze liggen meestal een beetje te slapen op de zeebodem en moeten elke 30 minuten even naar het oppervlak om te ademen. De eerste keer dat we er een zien is toch even spannend, maar als we vervolgens in Snake Gulley aankomen en er om ons heen overal zeeslangen zwemmen, verdwijnt de angst en zijn we vooral onder de indruk. We duiken een grot in, waar plaats genoeg is voor twee mensen en waar je alleen met behulp van een zaklamp iets kunt zien. We vinden het fantastisch. Dit is ook het walvis seizoen, maar omdat het water dit jaar 2 graden warmer is dan het zou moeten zijn, zijn ze nog niet geariveerd.
 
Vandaag is het zondag en dat is hier een rustdag. Alles is dicht en zelfs de jachtclub is pas om 16:00 uur open. Het internet doet het gewoon, dus we nemen onze eigen koffie mee en zitten er lekker op het terras. De kindjes klooien in de tuin en wij drinken koffie. In de regen overigens. Tangaroa vertrekt vanavond naar Tonga, dus gaan we met elkaar nog even wat eten bij de lokale Indiër. Heerlijk.