Archief 2010 (juni)

Terug

Teveel rumpunch

We besluiten niet te wachten tot we weer melk kunnen inslaan (nog maar drie pakken te gaan) en varen verder binnen het atol Makemo naar een ankerplek op ongeveer 10 mijl afstand van de westelijke pas. Het navigeren vergt veel concentratie. Er zijn geen kaarten van dit stuk, dus we kunnen alleen op onze ogen vertrouwen. Meestal is het ongeveer 20 meter diep, maar de 'bombies', ook wel 'coral heads' genoemd, komen tot net onder het wateroppervlak. Ze zijn gelukkig goed te zien.

Adam staat voorop en tuurt over het water, terwijl ik aan het stuur sta om zijn aanwijzingen op te volgen en ondertussen de twee jongens te 'managen'. Dat is best inspannend, als je dat drie uur achter elkaar moet doen, maar de jongens gedragen zich redelijk en alles gaat goed. Het is een bijzonder mooie en bijna verlaten ankerplek. Bijna, want Endless Summer, een Amerikaanse catamaran met een stel van begin veertig, ligt hier ook. We nodigen ze uit voor een biertje en zij stellen voor om de rumpunch te verzorgen.
 
We klooien lekker met de jongens op het strand en ze genieten van het feit dat ze ongehinderd door enorme branding (zo was het immers steeds in de Markiezen) in het water kunnen spelen. Er zijn veel grote, rode heremietkreeften op het strand. Gelukkig begrijpt Pieter, dat ze een maatje te groot zijn om op te pakken. Adam opent twee kokosnoten en de mannetjes drinken met hun billen bloot melk uit een kokosnoot. Zo worden ze vanzelf groot. Helaas zijn er ook veel vliegen en nono's, zodat het strand wat mij betreft niet in de top tien belandt. We gaan op dinghy excursie en vinden een verlaten hutje op het strand, dat kennelijk af en toe gebruikt wordt voor het verzamelen van kokosnoten voor het maken van copra (waarvan ze o.a. kokosolie maken).
 
's Avonds komen Steve en Manjula met een grote tas met flessen en een kokosnoot aan boord. Steve is minstens een kwartier bezig met het mixen van de rumpunch, maar dat proef je dan ook. Het is ongelofelijk gezellig en de mannen drinken er nog een flinke hoeveelheid port achteraan. Om 1:00 uur stappen Steve en Manjula dronken in hun dinghy en vallen wij doodmoe in slaap. De jongens worden gewoon om 7:00 uur wakker en na een blik op de inhoud van de bijna lege portfles, houd ik ze de eerste twee uur bezig. Daarna komt Adam weer langzaam tot leven. Het is geen mooi weer en we besluiten om door te varen naar het volgende atol: Fakarava. Endless Summer gaat ook die kant op.
 
De eerste tien mijl naar de pas toe, wisselen we elkaar af met voorop varen en het turen naar het wateroppervlak. We doen er langer over dan gedacht en komen daardoor later dan gepland aan bij de pas. We varen ongeveer twee uur na hoog water door de pas. Dat is eigenlijk niet zo'n best tijdstip, maar we zien geen brekers en het moet diep genoeg zijn, dus we wagen het erop. Er staat op zijn meest 3,5 knoop stroom mee door de pas. Het is best even spannend, maar altijd diep genoeg. Aan het eind van de pas staan er vervelend hoge golven, maar we komen er prima doorheen. Nu zijn we dus weer een nacht aan het doorvaren om morgen met het ochtendlicht de zuidpas van Fakarava binnen te kunnen lopen. Endless Summer vaart vlak achter ons. Het is rustig weer en het regent veel. Het water verzamelt zich in ons rode zonnezeiltje, dat niet strak gespannen is, omdat het grootzeil op staat. Ik ging net even een kijkje nemen om ons heen en op het moment dat ik mijn kop om de buiskap heen steek, valt er ineens een plens ijskoud regenwater vanuit het zeiltje over mijn rug… Aaaaargh…!