Archief 2010 (september)

Terug

Als de brandweer

Na een rustige nacht op de motor, begint het 's ochtends hard te waaien. We hijsen het grootzeil (1e rif) en rollen de genua uit (dubbel rif). De hele dag waait het hard, maar uit een goeie hoek, dus we hebben geen last van zeeziekte. Het leven speelt zich wel af onder een stevige helling, wat veel energie kost.

Na een rustige nacht op de motor, begint het 's ochtends hard te waaien. We hijsen het grootzeil (1e rif) en rollen de genua uit (dubbel rif). De hele dag waait het hard, maar uit een goeie hoek, dus we hebben geen last van zeeziekte. Het leven speelt zich wel af onder een stevige helling, wat veel energie kost. De jongetjes zien die helling alleen maar als een pluspunt, want dan kunnen ze glijbaantje spelen in de kajuit. Ze gaan op een bureauonderlegger zitten en glijden dan van bakboord naar stuurboord, waar een kussen staat om bulten te voorkomen. Hilarisch vinden ze het.
 
Later op de dag gaat het stormen en zetten we een tweede rif in het grootzeil. We vliegen er ruime wind vandoor. Ondertussen wordt het echt koud. De jongens hebben de hele dag hun pyjama aangehouden en we slapen nu allemaal onder een dekbed. Ik heb zelfs voor het eerst weer schoenen aan!
 
Die harde wind zorgt ervoor, dat we keihard de goeie kant op worden geblazen. We hebben een groot deel van de dag tussen de 8.5 en 9.5 knopen gezeild (maximum: 11,8!) en ook al is het nu iets rustiger geworden, we doen nu nog 7 tot 8 knopen. Nog 425 mijl te gaan. We zijn sinds vanochtend over de helft en het einde komt eindelijk in zicht. 2 bijzonderheden: de boter smelt niet meer buiten de ijskast en de bananen worden niet geel…