Archief 2011 (augustus)

Terug

Taka Bone Rate

We vliegen richting Taka bone Rate. De wind zit precies goed, is precies sterk genoeg en 1.5 tot 2 knopen stroom helpen ons tussen de 9.5 en 10.5 knopen de goede kant op te varen. Het gaat echt als de brandweer. We varen met 7 bootjes richting het uitgebreide rifsysteem (Marine National Park), dat over een gebied van 40 mijl bestaat uit kleine eilandjes en riffen op een soort plateau midden in de diepe zee. Het is er schitterend, maar wel lastig om een goede ankerplek te vinden. Al snel blijkt, dat met 7 boten een beslissing maken over waar te gaan liggen niet te doen is. Samen met Sea Level besluiten we zelf iets te zoeken en al snel liggen we achter een mooi eilandje voor anker. Het is wat lastig ankeren, omdat je het anker net op het randje van het rif moet laten vallen, omdat de rest te diep is. De wind moet dus door blijven staan (en dat doet het volgens de weerberichten) om je van het rif af te houden. Er staan wat vervallen hutjes op het eiland en als we aan land gaan blijkt het een resort te zijn. Er zijn alleen geen gasten, slechts een paar zwaar bewapende 'park rangers'. We kunnen ons niet voorstellen, dat ze hier ooit gasten krijgen. Ronald, de eigenaar, is een hele aardige man, die bijna geen woord Engels spreekt. Er is een mooi strandje bij en de mannetjes vermaken zich er prima. 's Middags gaan Jim en ik snorkelen bij een eilandje verderop en doet de rest een dutje. Plotseling zien we uit de verte, dat Elena's anker krabt. Het anker, dat op de harde koraalbodem geen grip krijgt, moet van het rif zijn gegleden en hangt nu nutteloos in de diepte. Geschrokken probeer ik via de marifoon contact te krijgen, omdat Leonie en de mannetjes liggen te slapen en wij minstens 20 minuten ver weg zijn. Leonie blijkt al lang wakker en heeft zelfs al twee pogingen ondernomen om Elena weer terug op haar plek te krijgen. Als wij eindelijk terug zijn, liggen Leonie en de mannetjes alweer voor anker. Nogal geniaal vond ik dat. Even 15 ton boot, met 65 meter loshangende ketting en anker weer onder controle krijgen en dan even in je eentje terugvaren naar het rif en het anker er weer opleggen. En dat terwijl de mannetjes inmiddels wakker waren. Die trouwens enorm zoet gewoon binnen met lego aan het spelen waren. Het ankeralarm gaat aan en gelukkig blijven we de rest van de tijd gewoon liggen.
 
's Morgens maken we nog een mooie duik langs de muur van het rif, op aanwijzing van Ronald, die ons wijst waar we moeten gaan duiken. Er wordt in Indonesie helaas op verschillende plaatsen nog met dynamiet gevist, maar gelukkig is dit deel van Take Bone Rate een beschermd natuurgebied. Daarna varen we weer door richting het zuiden. We stoppen nog twee nachten bij verschillende eilandjes, waar we snorkelen, een berg opwandelen en op het strand spelen. We zien veel verschillende soorten zeesterren, waaronder een soort die heel beweeglijk is en wat dat betreft meer op een octopus lijkt. De mannetjes zoeken samen een getijdenpoeltje op en verzamelen daarin 6 zeesterren een krabbetje en wat slakjes. We ruilen kokosnoten voor wat kinderkleren met een enorm sterke jongen, die 20 blijkt te zijn en een zoontje van 3 heeft.
 
Nu zijn we op weg naar Komodo, ook een nationaal park. Een nacht doorvaren met Sea Level aan onze zij. We zien een van de mooiste zonsondergangen ooit. Komodo moet ongelooflijk mooi zijn, maar Leonie vindt het maar niets. Op Komodo lopen namelijk de 'Komodo dragons' rond. Dat zijn hagedissen, die 3 meter lang en 100 kg. zwaar kunnen worden en die niet ongevaarlijk zijn. Het zijn namelijk vleeseters (hert, buffel, zwijn). Een cruiser, die hier een paar weken geleden zijn hondje uitliet, moest toekijken hoe het beestje door een Komodo dragon werd aangevallen en opgegeten. En dat gebeurt zo nu en dan ook met mensen. Kortom, we weten nog niet precies hoe dat morgen moet met onze jongetjes. Het lijkt niet de uitgelezen plek voor het bouwen van een groot zandkasteel.