Archief 2011 (juni)

Terug

19 juni 2011, Ruilhandel op Treasury Islands

Na een hobbelig nachtje komen we zaterdagochtend vroeg aan op Treasury Islands. Er bestaan kaarten noch pilots van dit eiland en de aanloop is dus een beetje spannend. Maar dan varen we in totale stilte tussen twee schitterende eilanden helemaal begroeid met regenwoud. We zien de bodem als we op 20 meter diepte ankeren. En meteen staan er allemaal kindjes op het strand te zwaaien. Snel even ontbijten en dan gaan we naar de kant. We worden welkom geheten door wel 20 kindjes en Alvin, die ons al tegemoet kwam in zijn kano. Hij leidt ons naar Chief John. Een grijze oude man (82), die in een simpele bamboehut woont vlak aan het strand. Hij is enorm blij om ons te zien, net als iedereen in het dorp trouwens. We worden overal toegelachen en schudden heel veel handjes. Chief John vertelt van de oorlog, over de Japanners die kwamen en hoe de locals naar de andere kant van het eiland vluchtten en daar in grotten leefden. Totdat de Amerikanen kwamen en de Japanners bombardeerden en hier een basis maakten. Er liggen nog altijd vliegtuigonderdelen, tanks en allerlei ander oud oorlogsmaterieel rond het dorp, in het woud en in de zee. Oude aluminium dieseltanks uit de oorlog worden nu gebruikt als om regenwater op te vangen voor drinkwater.
 
's Middags ga ik met Alvin en zijn vriend, Peter, vissen. We nemen de Sammie mee en varen een dik uur over zee naar de "visgronden" aan de andere kant van het eiland. Normaal is dat voor hen twee uur peddelen met hun kano. Elke dag. Twee uur heen en twee uur terug. De jongens weten inderdaad precies waar de vis zit en twee uur later varen we met een bak vol vis weer terug naar het dorp. Zij vissen met een handlijntje met een aasje gemaakt van de rafels van een oude rijstzak. Ik vis met Nieuw Zeelandse squidjes, Europese vislijn en een Amerikaanse molen, en zij vangen een stuk meer dan ik. Mooi dat eenvoud zo effectief kan zijn.
 
We maken kennis met Mayre, de vrouw van Alvin. Ze zijn net getrouwd, 24, wonen in het huis van haar vader, die in Honiara werkt en zij is kleuterjuf. De school is ondergebracht in een nieuw gebouw en dat is nog niet af, dus wordt er voorlopig nog even geen les gegeven. Ze wonen tussen wat andere hutjes van familie midden in het bos. We hebben wat spulletjes voor de school meegenomen en als dank krijgen we een grote zak met citroensinaasappels. Zuur, maar de vorm van een sinaasappel. Heerlijk om sap van te maken.
 
Het is trouwens de hele dag door ruilhandel op het achterdek van de Elena. Er varen steeds kanootjes langs om spulletjes te ruilen. We ruilen groente en fruit, voor zeepjes (favoriet), suiker, cigaretten, vishaakjes en kinderkleertjes. Roy vraagt of ik zijn mp3 speler even wil maken en zijn USB stick vol wil zetten met muziek. Een mp3 speler maken, sheesh, ik wil het ding wel even uit elkaar schroeven en weer in elkaar schroeven (onderschatte manier van repareren trouwens), maar veel meer begrijp ik niet van mp3 spelers. Hij levert het ding bij ons af, met een grote zak met groente en fruit. Ik krijg de speler natuurlijk niet aan de praat, maar vul zijn usb stick met veel plezier met gouden tunes. Als ik hem later op het strand zijn nog altijd kapotte speler teruggeef, krijgen we een zelfgemaakte boog met pijlen. Helemaal af, maar een beetje een groot kado voor mijn prutswerk. Ik stop nog snel een pakje cigaretten in z'n tas. We hebben al veel mannen en jongetjes met pijl en boog gezien. Ze schieten papagaaien om op te eten. Alvin heeft al met Mees en Pieter geoefend en dat vonden ze schitterend.
 
We gaan vandaag naar de kerk. Gisteren nog gevraagd hoe laat het begon: "Maybe nine o'clock?". Nog een paar andere mensen gevraagd: "Maybe, ten o'clock?". De meeste stemmen waren voor 9 uur, dus wij stonden om 9 uur voor de deur van de kerk. Een bamboegebouwtje met palmbladeren dak, met wat bankjes erin. Ho, vergeet nog even het fantastische vaderdagontbijt te vermelden. Mees vond dat ze croissantjes moesten gaan kopen, maar een rijstcracker met omajam was uiteindelijk ook goed. Schitterende tekeningen en twee erg mooie nieuwe squidjes om vis te vangen! Mees had een mooi versje uit z'n hoofd geleerd.
 
Maar goed, om 9 uur stonden wij dus voor een lege kerk. Even rondvragen en een vrouw, die met een paar kindjes zondagsschool aan het doen is, zegt: "Ten o'clock". Terug naar de boot dus, want zondag is hier echt een rustdag en er gebeurt helemaal niets. Ik vervang de filters van de watermaker, terwijl Mees, Pieter en mama school doen. Een uurtje later staan we weer voor de kerk. Leeg. We lopen dus maar even naar Chief John voor een praatje en een kleine donatie voor het nieuwe kerkgebouw, waar hij ons om vroeg. Uiteindelijk begint de dienst om 11 uur. Er wordt veel gezongen. Er zitten denk ik toch gauw 200 mensen in de kerk, wat ongeveer een kwart van het hele dorp is. Wij zijn mooi achteraan gaan zitten, maar als ik tegen Pietje zeg, dat hij ook wel vooraan bij de andere kindjes mag gaan zitten, is hij direct vertrokken. Mees gelooft het wel en blijft lekker bij ons zitten. We worden gevraagd om naar voren te komen en ons voor te stellen en wat tegen de gelovigen te zeggen. Ik was er al een beetje bang voor, dus had braaf wat voorbereid met veel "beautiful congregation"en "god bless you" erin. Het is weer hartstikke leuk, behalve misschien dat het 2 uur duurt. Terwijl ik 's middags met de jongetjes naar het strand ga om met de lokale jeugd te gaan zwemmen, doet Leonie de afwas, hangt de was op en ruimt de hele boot op. Dit moet wel vaderdag zijn!
 
Nog even een bijzonderheid over het zwemmen. De lokale kindjes springen regelmatig van de grote steiger in zee. Die steiger is behoorlijk hoog (ca. 3 m.). Eerst vraagt Pietje of hij dat ook mag. Je wilt niet meteen de overbezorgde vader uithangen, dus ik zeg dat het mag. En denk ondertussen dat hij, eenmaal op de steiger, zich wel zal bedenken. Maar nee hoor. Zowel Piet als Mees springen uiteindelijk een aantal keer van de steiger in zee. Schitterend.
 
Tijdens de kerkdienst vraag ik aan Alvin of hij iemand kent, die eventueel onze bordjes kan opduiken, die gisteren tijdens de afwas per ongeluk overboord gingen (de oorzaak was wellicht de heerlijke wijn die we tijdens de borrel dronken). Ik leg hem uit, dat het probleem is, dat het hier bijna 20 meter diep is. Geen punt, hij kent wel iemand. En inderdaad komen ze een uur later in een kanootje aangepeddeld. Ik leg hem uit, waar ze ongeveer moeten liggen en 5 minuten later heeft hij ze er alle drie uit! Op 20 meter diepte! Wat enorm knap en wat zijn we blij dat we nu weer gewoon 5 bordjes hebben.
 
Om 17:00 uur is er grote commotie. Het hele dorp loopt uit. Hét schip is gespot. Eén keer in de drie maanden komt hier een kleine vrachtvaarder aan met goederen en mensen. Er wordt van alles ingekocht en veel copra verkocht. Copra is gedroogde kokosnoot waar ze ongeveer 50 cent per kilo voor krijgen. Het hele dorp loopt af en aan naar het schip. Hier wint realiteit gelukkig nog van geloof, want op deze zondag wordt keihard gewerkt. Er is hier geen mobiel netwerk en geen televisie. Overal waar we komen, al zijn de mensen nog zo arm, ze hebben bijna altijd wel een mobieltje. In Vanuatu hebben we bijvoorbeeld nog een mobiele telefoon opgeladen voor iemand, die geen stroom had vanwege een kapotte generator. Maar hier heeft dus niemand een telefoon. Ook geen generator trouwens. Hun enige contact met de buitenwereld is de radio. Als er een tsunamiwaarschuwing is, worden ze via de radio gewaarschuwd en dat is nodig want in 2007 werd het halve dorp nog overspoeld door een Tsunami. Gelukkig wist iedereen net op tijd de heuvels te bereiken.