Archief 2011 (mei)

Terug

31 May 2011, Aankomst Solomons

's Ochtends zien en ruiken we land. We hebben geen C-map digitale kaarten van de Solomons voor onze plotter, want om de een of andere (politieke?) reden bestaan die niet. We hebben wel MaxSea op onze computer en dat is redelijk gedetailleerd, maar wel 'off'. Net als onze hard copy kaarten trouwens. Onze werkelijke ankerplaats komt niet overeen met de baai op de kaart en het waypoint uit de 13 jaar oude 'pilot' ligt op land. We navigeren dus op zicht tussen de riffen door de prachtige beschutte baai van Santa Ana in, omringd door strand en hoge palmbomen.

's Ochtends zien en ruiken we land. We hebben geen C-map digitale kaarten van de Solomons voor onze plotter, want om de een of andere (politieke?) reden bestaan die niet. We hebben wel MaxSea op onze computer en dat is redelijk gedetailleerd, maar wel 'off'. Net als onze hard copy kaarten trouwens. Onze werkelijke ankerplaats komt niet overeen met de baai op de kaart en het waypoint uit de 13 jaar oude 'pilot' ligt op land. We navigeren dus op zicht tussen de riffen door de prachtige beschutte baai van Santa Ana in, omringd door strand en hoge palmbomen.
 
Als we aan land komen, vragen we eerst naar de Chief. We maken kennis met Chief John, die ons toestaat om in zijn baai te ankeren. Hij is 'carver' van beroep. Hij heeft net al zijn houtsnijbeelden verkocht in Honiara, maar zijn oudere broer Simeon neemt ons mee om zijn kunstwerken te bekijken. We hebben nog geen Solomon Islands dollars, dus we ruilen vislijn, vishaakjes en shampoo voor een bakje en een grote houte visdobber. Een groep van ongeveer 25 kinderen achtervolgt ons de hele ochtend. Ze rennen rond Mees en Pieter. Als we weer op de boot zijn, zitten er zes kinderen op de achterkant van de boot toe te kijken hoe wij onze lunch opeten. Een man komt in zijn kano langs om citroenen en spinazie (nou ja, iets wat daar op lijkt) te ruilen voor een zakje rijst en zeep.
 
De kano's hebben hier geen 'outrigger'. De huizen staan over het algemeen op palen en lijken wat steviger gebouwd dan de hutjes in Vanuatu. Maar het grootste verschil is de hoeveelheid mensen. Op dit kleine eiland wonen maar liefst 3000 mensen. En ze wonen heel dicht op elkaar. Verder zijn we nu niet meer in Kava land. Hier wordt 'beetlenut' gekauwd. De vrouw met 9 maanden oude baby die naast me zit op een hangmat, kauwt beetlenut. Dit is dus niet voorbehouden aan mannen. Het is wel duidelijk dat het kauwen van beetlenut niet erg bevorderlijk is voor het gebit. De kinderen kauwen op iets anders, wat hun tongen, tanden, lippen en vingers fel rood kleurt.
 
's Middags mag Pietje samen met een kindje in een uitgeholde boomstam naar het strand. Hij vindt het schitterend. Adam repareert de buitenboordmotor van Chief John in ruil voor kokosnoten. Ik zit op het strand te kletsen met wat kinderen, terwijl ik kijk hoe Mees en Pieter zich vermaken in het water met de lokale jeugd. Naast me zit een meisje van 13 een klein kindje te vlooien. Even zoeken… Ja, hebbes! Met haar nagels drukt ze het beestje dood. Ik krijg het daar een beetje benauwd van en hoop maar dat we de dans ontspringen.
 
Chief John heeft ons verzekerd dat er op dit hele eiland geen muggen zijn en dat er geen krokodillen in deze baai zijn. We springen dus vrolijk van de boot af om af te koelen, want het is bloedheet. Als we later op de dag ontdekken, dat er misschien geen malaria heerst, maar wel muggen zijn, hopen we maar, dat hij over die krokodillen wel gelijk had…